Isolatie van HVAC-installaties: cruciaal voor de brandveiligheid van gebouwen

Report this content

Moderne gebouwen worden niet alleen gekenmerkt door een hedendaags ontwerp, maar ook door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van installatietechnologieën. Van warmte- en waterleidingen tot rookkanalen, uitlaatpijpen en schoorstenen, van warmteventilatie en airconditioning (HVAC) tot luchtkanalen: installatiesystemen spelen uiteenlopende rollen voor de goede werking van een gebouw, met brandveiligheid als een van de belangrijkste doelstellingen. Maar waarom is het zo belangrijk om extra aandacht te besteden aan een aangepaste technische isolatie voor de passieve brandwering in gebouwen?

HVAC-systemen worden ontworpen met het oog op een efficiënte lucht- en watercirculatie voor verwarming, ventilatie en airconditioning. Ze worden dan ook vaak omschreven als het 'cardiovasculaire systeem' van een gebouw. Aangezien leidingen vaak door afzonderlijke brandscheidingswanden gaan, is het belangrijk dat ze ook zelf voldoende bescherming bieden tegen brand. Omdat kabelkanalen de algemene weerstand van de brandwand aantasten, zijn zowel een correcte installatie als het gebruik van aangepaste materialen noodzakelijk om vuurverspreiding tussen de individuele brandzones te voorkomen of te beperken. Precies daarom moeten alle doorgangen en technische voorzieningen voldoen aan strikte voorwaarden om:

  • vuur- en rookverspreiding tegen te gaan bij een hevige brand;
  • snelle temperatuurstijgingen rond de technische voorzieningen en mogelijke ontvlamming van brandbare materialen te voorkomen;
  • de mechanische sterkte te vrijwaren bij een hevige brand;
  • de mogelijkheid te bieden om opeenvolgende HVAC-systemen te installeren binnen de bestaande technische voorzieningen, met behoud van de brandveiligheidsklasse.

Een kwestie van klasse

Voor de brandbestendigheid van technische voorzieningen hanteren we dezelfde prestatiecriteria als voor bouwproducten en bouwdelen, namelijk een brandveiligheidsclassificatie op basis van integriteit (E) en isolatie (I). De brandveiligheidsklasse wordt meestal gevolgd door een tijdsspanne (uitgedrukt in 15, 30, 45, 60, 90, 120, 180, 240 of 360 minuten) waarin de prestatiecriteria worden vervuld tijdens een gestandaardiseerde brandtest. Integriteit (E) duidt op de mate waarin een staal van het scheidingselement in staat is om te voorkomen dat vlammen en hete gassen door het element heen dringen wanneer het langs één kant wordt blootgesteld aan brand, en de mate waarin het kan voorkomen dat de vlammen zich ook aan de andere, niet-blootgestelde kant verspreiden. Isolatie (I) duidt op de mate waarin datzelfde staal de temperatuurstijging van de niet-blootgestelde kant onder een bepaald maximumniveau kan houden. De constructie bereikt haar integriteitslimiet wanneer een katoenen wattenschijfje ontbrandt, of wanneer er vlammen verschijnen aan de niet-blootgestelde kant en deze langer dan tien seconden aanhouden. De isolatielimiet wordt bereikt wanneer de temperatuurstijging langs de niet-blootgestelde kant meer dan 180°C bereikt ten opzichte van de initiële waarde. Het is geen toeval dat de prestatiecriteria voor brandscheidingswanden en technische voorzieningen identiek zijn: de technische voorzieningen maken deel uit van de brandscheidingswanden, en moeten dus worden geklasseerd volgens de vereiste brandveiligheidsklasse (EI) voor de constructie. De brandveiligheidsklasse van het isolatiemateriaal mag dan ook nooit lager zijn dan de klasse van de constructie zelf. De isolatiemethode en het materiaal moeten bovendien worden afgestemd op het type installatie.

Brandscheidingswanden

Bij HVAC-systemen en technische voorzieningen hangt de isolatiemethode voornamelijk af van het type installatie dat door de brandscheidingswand loopt. Het is aanbevolen om bij de keuze van het isolatiemateriaal rekening te houden met de technische goedkeuringen. Brandveiligheidsoplossingen voor leidingen en kanalen kunnen variëren naargelang de plaatselijke bouwnormen. Bovendien is niet elk materiaal dat als 'onbrandbaar' wordt omschreven, geschikt voor de passieve brandbescherming van HVAC-systemen. Niettemin moeten ventilatie- en airconditioningkanalen of rook- en uitlaatkanalen altijd worden ontworpen en geïnstalleerd volgens de normen EN 1366-1 Bepaling van de brandwerendheid van installaties – Deel 1: Ventilatiekanalen en EN 1366-8 Bepaling van de brandwerendheid van installaties – Deel 8: Rookafvoerkanalen. "Het is aanbevolen om steenwol met een dichtheid van minstens 150 kg/m3 aan te brengen om de ruimte tussen het buizenwerk en de constructiebarrière te beschermen. Bij een hevige brand helpt deze oplossing de vlammen, de hoge temperatuur en de giftige gassen te absorberen, zodat de brandbarrière intact blijft", aldus Jim Lindström, Business Area Manager Hvac, Technical Insulation bij Paroc. "Met de hoogste normen voor passieve brandbescherming in het achterhoofd raden we samengestelde oplossingen aan, zoals een combinatie van PAROC Pyrotech Slab 160 en PAROC Hvac Section AluCoat T. De eerste is een onbrandbare isolatieslab uit steenwol voor brandscheidingswanden. De tweede is een buiselement uit steenwol met een deklaag uit versterkt aluminiumfolie en vormt de perfecte aanvulling op onbrandbare technische voorzieningen", besluit hij.

Brandbescherming voor lucht- en rookkanalen

Rookkanalen voeren rook en giftige gassen af bij een hevige brand, en moeten dus worden beschouwd als cruciaal voor de algemene brandveiligheid van een gebouw. Aangezien rookkanalen door hun functie dagelijks worden blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, vereisen ze isolatieoplossingen die niet alleen brandbestendig zijn maar ook hun vorm en compressiekracht behouden bij hoge temperaturen. Bij ventilatiesystemen is het bovendien van essentieel belang om isolatiematerialen te kiezen die voorkomen dat de kanaalgassen zodanig afkoelen dat ze condenseren en een corroderende afzetting achterlaten op het binnenoppervlak van de pijp, wat de veiligheid van de volledige installatie in het gedrang brengt. Precies daarom is het uitermate aanbevolen om onbrandbare slabben en matten uit steenwol te gebruiken om staalstructuren, rookkanalen en (smelt)ovens te beschermen tegen brand. "PAROC FPS 17 is een doeltreffende brandwerende slab, die bijzonder geschikt is om lucht- en rookkanalen te beschermen tegen brand", aldus Jim Lindström. "Dit product heeft een dichtheid van 170 kg/m3, en de ETA-goedkeuring bevestigt dat deze slab geschikt is om staalstructuren te beschermen tegen brand", voegt hij daar nog aan toe.

Paroc is een toonaangevende Europese fabrikant van energie-efficiënte isolatieoplossingen voor nieuwe en gerenoveerde gebouwen en voor mariene, offshore, akoestische en andere industriële toepassingen. De Finse leverancier heeft in meer dan 75 jaar geschiedenis een reputatie voor innovatie, kwalitatieve producten, technische expertise en duurzaamheid verworven. Paroc wil een innovatieve en vertrouwde partner voor een duurzame bouwomgeving zijn.

Paroc heeft ongeveer 2.020 medewerkers in zijn fabrieken in Finland, Zweden, Litouwen, Polen en Rusland en verkoopkantoren in 14 Europese landen.

Tags:

Media

Media

Quotes

Het is aanbevolen om steenwol met een dichtheid van minstens 150 kg/m3 aan te brengen om de ruimte tussen het buizenwerk en de constructiebarrière te beschermen. Bij een hevige brand helpt deze oplossing de vlammen, de hoge temperatuur en de giftige gassen te absorberen, zodat de brandbarrière intact blijft
Jim Lindström, Business Area Manager Hvac, Technical Insulation bij Paroc